Cabrioletkappen

De kappen van de duurdere cabrioletten zijn gedurende lange tijd gevoerd met paardenhaar. Bij koud of nat weer zorgen deze luxueuze kappen voor warmte en behaaglijkheid. De restauratie van dit soort kappen behoort tot het moeilijkste restauratiewerk voor een beklederij. Het begint met de revisie van het kapframe. Dit moet soepel, maar zonder speling en goed aansluitend open- en dichtgaan. Als het frame klaar is, wordt de wollen binnenhemel gemaakt en onder het frame gemonteerd. Vervolgens komt aan de bovenzijde van het kapframe een ‘afdek’, waarop het paardenhaar wordt vastgenaaid. Hier overheen wordt de eigenlijke kap gespannen.


Op bijgaande foto’s is te zien hoe in de houtafdeling en in de bekledingsafdeling van Bart Holland een grote cabrioletkap wordt gemaakt voor een Praga Piccolo uit 1929. Het frame heeft ook veel stevige houten verbindingen (typisch voor die tijd), die allemaal vernieuwd zijn.

Het hele proces is ook goed te zien op de foto’s van een Jaguar XK 120 DHC uit 1952.



Om het plaatje compleet te maken ook foto’s van een Mercedes 220 Cabriolet uit 1952. Deze auto is in 1995 gerestaureerd en onlangs kwam de eigenaar vertellen dat het in zomer en winter een plezier is om in de auto te rijden: warm in de winter met gesloten dak en heerlijk toeren in de zomer met de kap open.